De Tijd: Als we niet opletten, schaft AI de universiteit af

Tim Brys and François Levrau (UAntwerpen) published this article in De Tijd.

Generatieve artificiële intelligentie heeft een ware onderwijsrevolutie ontketend. Anderhalf jaar na de doorbraak van ChatGPT besloot UGent-rector Rik Van de Walle dat studenten sinds dit academiejaar AI mogen gebruiken bij hun masterproef. Daarmee gaf hij het startschot om AI breed te omarmen. Andere universiteiten volgden snel.

Syllabussen of lesopnames samenvatten, oefenexamens opstellen, papers herwerken, literatuurstudies uitvoeren, programmeercode schrijven, data analyseren… AI kan het allemaal en docenten laten het toe. Volgens de onderwijsbarometer van Acco hebben vier op de vijf studenten vorig schooljaar AI gebruikt.

AI-gebruik wordt gepromoot omdat het saaie en repetitieve opdrachten kan overnemen. Daardoor zou tijd vrijkomen voor het creatieve denkwerk out of the box. Hoe studenten zich op dat echte denkwerk kunnen toeleggen als ze zoveel denken aan AI hebben uitbesteed, is niet duidelijk. Zowat alles in onderwijs kan namelijk als routine worden weggezet: het maken van samenvattingen, het lezen van teksten, het schrijven van papers, het juist formuleren van gedachten, het bijwonen van lessen, het maken van nota’s, en ja, ook het invullen van examens. Als AI daarvoor wordt gebruikt, dan schaft AI langzaam het hoger onderwijs af.

Saaie taken

Dankzij AI haalt iedereen straks een tien voor taal. Voorstanders zien AI daardoor als een gelijkmaker. Wij vrezen dat het tot vervlakking en aliënatie leidt. Vervlakking omdat onderwijs iets dreigt te worden dat er snel kan worden bijgenomen. Waarom moet een opleiding vier jaar duren als AI zoveel overneemt? Aliënatie omdat zal blijken dat de keizer naakt is: zonder AI is de student zijn vakgebied niet meester en ontbeert hij bepaalde kennis en vaardigheden.

We zijn bezorgd dat de waarde van zelf lezen, schrijven, werken en denken verwaarloosd wordt. En we zijn niet de enigen. In diezelfde onderwijsbarometer stelt een derde van de studenten dat hun grootste uitdaging is ‘het eigen denkvermogen te blijven stimuleren en niet achteruit te laten gaan’. Ook een derde van de bevraagde docenten zegt te vrezen voor het zelfstandig denkwerk van studenten. Deze eerste generatie kan die denkoefening nog maken. Maar wat met een generatie die niets anders dan onderwijs met AI gekend heeft?

In tijden van catastrofale onderwijsresultaten in het lager en secundair onderwijs gaan almaar meer stemmen op om terug te keren naar traditionele methodes, met nadruk op drillen en herhaling – saaie en repetitieve taken dus. Dat zou effectiever zijn. Daarom schrapt minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) de invulboeken in de lagere school. Waarom willen we dan in het hoger onderwijs saaie en repetitieve taken net uitbesteden aan AI?

Op dat punt moeten we vragen welk soort mensen we willen vormen. Wat verwachten we van het hoger onderwijs? Worden studenten opgeleid tot rationele, redelijke en deugdzame mensen, die breed gevormd zijn en zelfstandig aan de slag kunnen? De zelfverwezenlijking van de homo sapiens – de wijze mens? Of is het doel specialisten te maken die vooral snel kunnen opleveren, raderen in een machine die met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk geld willen verdienen om dan van het leven te kunnen genieten? De homo economicus en de homo ludens? We stellen het zwart-wit, maar onze vrees is dat het hoger onderwijs almaar meer dat nuts- en consumptiedenken omarmt.

Voor de homo economicus en de homo ludens lijkt AI een godsgeschenk: het maakt alles efficiënter en moeitelozer, dus past hij het overal toe. De homo sapiens daarentegen zal zijn AI-gebruik afstemmen op de vraag: ‘als ik AI hierbij gebruik, word ik dan meer of minder rationeel, redelijk en deugdzaam?’

Zombies

Elke nieuwe technologie vergt ethische reflectie. De mediatheoreticus Neil Postman vroeg zich af of we niet konden voorzien dat de tv een geestdodend effect zou hebben. Een actueler voorbeeld: konden we niet voorzien dat het ongebreideld gebruik van de smartphone niet wijs is, zeker in het onderwijs? Het gsm-verbod in lagere en middelbare scholen is een no-brainer. Zijn we met AI niet bezig met een gelijkaardig experiment? Gaan we ons straks afvragen of we niet konden voorzien dat ons AI-gebruik geestdodend is?

Hanteren we daarom niet beter het voorzorgsprincipe? Of leveren we ons over aan de winstmodellen van techbedrijven waarvan de logica ons denken ‘zombifieert’? Waarom pakken we het niet wetenschappelijk aan? Dat is toch wat universiteiten doen: afgebakende experimenten lanceren, vergelijken met controlegroepen, kijken naar de gevolgen op lange termijn. Wat doet AI met onze kennis, onze taal, ons gedrag, onze creativiteit? Waar, wanneer, hoe en voor wie is welk type van AI-gebruik een meerwaarde?

Doen we dat niet, dan maken we ons schuldig aan ‘middelverblinding’: het middel is er, dus we gebruiken het. De trein raast voort. Daarna zien we wel hoe het uitdraait: wat ermee gerealiseerd werd en wat zoal verloren ging. Ondertussen wrijven de techbedrijven zich in de handen en roepen ze: ‘Dank je wel, academia!’